Donderdag in 'Andere Tijden': Boeren op z'n Amerikaans
In 1953 wordt het Friese dorpje Rottevalle uitverkoren. Het moet als voorbeeld dienen voor de modernisering die ons platteland te wachten staat.
Agrarische bedrijven krijgen Amerikaans geld om zowel de boerderijen als de dierenverblijven op te pimpen. Er komen nieuwe stallen, keukens, slaapplaatsen… en ook waterleiding en elektriciteit worden aangepakt.
Honderden bezoekers – onder wie koningin Juliana - toeren door het dorp om met eigen ogen het wonder van de vooruitgang te aanschouwen.
Binne Veenstra, destijds een jonge boer in Rottevalle, schetst de situatie na de oorlog: 'Je had geen kunstmest meer, maar de voedselvoorziening moest doorgaan. De vruchtbaarheid van de grond ging heel hard achteruit, dus de productie werd iedere keer kleiner. Je had niks, geen water, geen elektriciteit. De stroom was zo zwak, dat als mijn buurman twee lampen op had, dan hadden wij bijna geen licht meer.' De hulp komt dan ook als geroepen.
Boeren mogen zich melden om mee te doen aan het moderniseringsproject. De helft van het benodigde geld komt van de Marshall-hulp, de andere helft wordt door het boerengezin zelf opgehoest. Als tegenprestatie moeten de boeren hun bedrijf en huis openstellen voor publiek. Massaal stromen leerlingen van landbouwscholen, ingenieurs en huisvrouwen toe om de verbeteringen te aanschouwen, zelfs uit het buitenland. Veenstra: 'Wij waren hét voorbeeld voor andere bedrijven. Op donderdagen waren er de hele dag excursies, zomer en winter. Mensen kwamen uit Friesland, Spanje en de polder.... En de rest van de avond moest ik het erf opruimen want dan lagen er folders en sigarettenpeukjes.'
'Andere Tijden', donderdag 2 oktober om 21.25 uur op NPO 2.